Buitenzorg en de VOC graven

Vandaag was het tijd voor de Rude Boys om afscheid te nemen van Pamalaland. Daarbij vielen geen traantjes, want zo zijn Rude Boys niet, maar toegegeven, het viel ons toch heel zwaar.

Het prachtige landgoed achter ons gelaten maakten we ons op voor de eerste tussenstop in Bogor: Paleis Buitenzorg. Dit paleis, gelegen in wederom een imposante Botanische tuin, herbergde in de koloniale tijd de Nederlandse gouverneurs. In latere tijden vond ook president Soekarno van Indonesië hierin een niet al te bescheiden onderkomen. Het statige paleis en de nabijgelegen V.O.C. graven vormen een opmerkelijk bewijs dat de Nederlandse invloed hier ooit groot is geweest.

Van Buitenzorg voerde de tocht ons naar de Matahari in Bogor. Hier vonden we de tijd om onze garderobe wat aan te vullen. Geholpen door een kudde behulpzame meisjes – het verkooppersoneel overtrof ook hier in aantallen ruim het aantal klanten – waren we in staat om onzelf te voorzien van wat nieuwe kledingstukken, die naar Nederlandse begrippen ver onder de kostprijs werden aangeboden.

Nu was de tijd gekomen om Bogor de rug toe te keren. Het autoritje naar Tangerang bracht ons bij de Matahari, waar Bowsan, Steef en Mala zich lieten verwennen in de kapsalon.

In de Matahari in Tangerang konden we in de confectieafdeling niet zo goed slagen, dus na aankoop van het hoognodige – lees: biertjes – werd de reis naar het huis in Alam Sutera al snel aangevangen. De avond wisten we relaxed op het buitenterras door te komen met biertjes, sigaren en whiskey, in die volgorde.